1 . De Li
d-Staten stellen de voorwaarden vast waaronder de exploitatie van een onderneming voor goederenvervoer over de weg , in afwijking van artikel 3 , lid 1 , voorlopig gedurende ten h
oogste een jaar kan worden voortgezet , welke periode in naar behoren gemotiveerde speciale gevallen met maximaal zes maanden kan worden verlengd , in geval van overlijden of lichamelijke of wettelijke onbekwaamheid van de natuurlijke persoon die de werkzaamheden van vervoerder verricht of van de natuurlijke persoon
die voldoe ...[+++]t aan het bepaalde in artikel 3 , lid 1 , sub a ) en c ) .
(1) Die Mitgliedstaaten legen die Bedingungen fest, unter denen ein Güterkraftverkehrsbetrieb abweichend von Artikel 3 Absatz 1 im Falle des Ablebens oder der Erwerbs- oder Geschäftsunfähigkeit der natürlichen Person, die die Tätigkeit des Verkehrsunternehmers ausübt, oder der natürlichen Person, die die in Artikel 3 Absatz 1 Buchstaben a) und c) geforderten Voraussetzungen erfuellt, einstweilig während eines Zeitraums von höchstens einem Jahr - der in ausreichend begründeten Sonderfällen um höchstens sechs Monate verlängert werden kann - fortgeführt werden darf.