Het wetsvoorstel voorzag oorspronkelijk erin dat het belagende gedrag, om strafbaar te zijn, « hinderlijk, verontrustend of kwellend » moest zijn (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1046/1, p. 3; nr. 1046/3).
Im Gesetzesvorschlag war ursprünglich vorgesehen, dass ein belästigendes Verhalten nur strafbar sein sollte, wenn es « störend, beunruhigend oder beängstigend » sei (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nr. 1046/1, S. 3; Nr. 1046/3).