Voor de niet opzegbare langlopende ziekteverzekeringen bedoeld in artikel 2, punt 1, onder d), van deze richtlijn en voor de kapitalisatieverrichtingen, bedoeld in artikel 2, punt 2, onder b), van deze richtlijn moet het gelijk zijn aan 4 % van de wiskundige voorzieningen, berekend onder de in punt a), eerste berekening, van het onderhavige deel vastgestelde voorwaarden.
Bei den unwiderruflichen langfristigen Krankenversicherungen nach Artikel 2 Nummer 1 Buchstabe d) dieser Richtlinie und bei den Kapitalisierungsgeschäften nach Artikel 2 Nummer 2 Buchstabe b) dieser Richtlinie muss sie gleich sein einem Betrag von 4 v. H. der mathematischen Rückstellungen, der nach Buchstabe a), erstes Ergebnis, berechnet wird.