3. betreurt het dat artikel 109 VWEU – het verdrag dat de grondslag vormt voor de machtigingsverordening en indirect voor de GBER – alleen voorziet in raadpleging van het Parlement en niet in medebeslissing; is van mening dat deze democratische tekortkoming onaanvaardbaar is; stelt voor deze leemte zo snel mogelijk op te vullen met behulp van interinstitutionele regelingen op het vlak van mededingingsbeleid, en te corrigeren bij de volgende wijziging van het Verdrag; wijst erop dat de blauwdruk van de Commissie voor een diepere economisch
e en monetaire unie voorziet in voorstellen voor een wijziging van het Verdrag die uiterlijk in 20
...[+++]14 moet plaatsvinden; vindt dat een dergelijk voorstel onder andere een specifiek voorstel tot wijziging van artikel 109 VWEU moet omvatten om de in dat artikel genoemde verordeningen aan te nemen in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure; 3. bedauert, dass in Artikel 109 AEUV – die Vertragsgrundlage für die Ermächtigungsverordnung und unmittelbar auch für d
ie GBER – lediglich eine Anhörung des Europäischen Parlaments vorgesehen ist und kein Verfahren der Mitentscheidung; ist der Ansicht, dass dieses Demokratiedefizit nicht geduldet werden kann; schlägt vor, dieses Defizit durch interinstitutionelle Regelungen auf dem Gebiet der Wettbewerbspolitik umgehend aus dem Weg zu räumen und bei der nächsten Änderung des Vertrags zu berichtigen; weist darauf hin, dass im Plan der Kommission für eine Vertiefung der Wirtschafts- und Währungsunion vorgesehen ist, dass bis 2014 Vorsc
...[+++]hläge für eine Vertragsänderung vorgelegt werden; meint, dass diese Vorschläge unter anderem einen speziellen Vorschlag zur Änderung von Artikel 109 AEUV umfassen sollten, damit die in diesem Artikel genannten Verordnungen gemäß dem ordentlichen Gesetzgebungsverfahren verabschiedet werden;