« Is er geen sprake van schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een leerkracht uit de openbare sector, die een orgaan is van de openbare macht, persoonlijk kan worden veroordeeld tot een schadevergoeding ten gunste van een slachtoffer op grond van artikel 1384, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek en dus op grond van een fout, hoe licht die ook is, terwijl een leerkracht uit het vrij onderwijs, die gebonden is door een arbe
idsovereenkomst, de vrijstelling geniet waarin artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 [betreffende de arb
eidsovereenkomsten] voorziet ...[+++], die zijn aansprakelijkheid beperkt tot het geval van bedrog, zware schuld of gewoonlijk voorkomende lichte schuld ?« Liegt kein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung vor, insoweit eine Lehrkraft des öffentlichen Sektors, die ein Organ der öffentlichen Gewalt ist, persönlich zur Leistung eines Schadensersatzes an ein Opfer aufgrund von Artikel 1384 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches - und somit aufgrund einer wie leichten Verfehlung auch immer
- verurteilt werden kann, während eine durch einen Arbeitsvertrag gebundene Lehrkraft des freien Unterrichts die in Artikel 18 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 [über die Arbeitsverträge] vorgesehene Befreiung, die ihre Haf
...[+++]tung auf Betrug, schwere Schuld oder gewohnheitsmässige leichte Verfehlung beschränkt, in Anspruch nehmen kann ?