5. Instanties voor onderzoek naar de veiligheid van de burgerluchtvaart uit Europese derde landen, die de in deze verordening vastgestelde beginselen toepassen, hebben het recht deel te nemen aan de werkzaamheden van het netwerk, tenzij de voorzitter of de coördinator van het netwerk anders besluit.
5. Untersuchungsstellen für die Sicherheit in der Zivilluftfahrt in europäischen Drittländern, die die in dieser Verordnung festgelegten Grundsätze anwenden, sind zur Beteiligung an den Arbeiten des Netzes berechtigt, sofern nicht der Vorsitzende oder der Koordinator des Netzes etwas anderes beschließt.