In het ongunstigste geval gaat de deelstaat uit van 6,1 miljard EUR. Voorzover realistisch gezien rekening moet worden gehouden met een beroep op de borgstelling (wat blijkbaar niet gekwantificeerd kan worden), is het steunbedrag van de garantie, aldus de Berliner Volksbank, gelijk aan het nominale bedrag.
Soweit realistischerweise mit dem Eintritt des Bürgschaftsfalles gerechnet werden müsse (was offenbar nicht beziffert werden könne), entspreche die Beihilfehöhe der Garantie deren Nominalbetrag.