In zoverre de wet van 4 mei 1999 de benoemingen van de notarissen afhankelijk maakt van een stage van drie jaar, van de afgifte van een stagecertificaat, van het slagen voor een vergelijkend examen en van de inschrijving op de lijst van de kandidaat-notarissen (de aangevochten artikelen 35, 37, 38, 39, 43 en 44 van de wet van 25 ventôse jaar XI), regelt zij de toegang tot het be
roep van notaris en heeft zij noch betrekking op de aangelegenheid van het onderwijs in de zin van artikel 127, § 1, 2°, van de Grondwet, noch op die van de beroepsopleiding in de zin van artikel 4, 12° en 16°, van de voor
...[+++]melde bijzondere wet; zij wil noch het onderwijs of de beroepsopleiding die aan de benoeming voorafgaat organiseren, noch voorschrijven dat die benoeming zou moeten worden voorafgegaan door een vorm van onderwijs.Insofern das Gesetz vom 4. Mai 1999 die Ernennung der Notare von einem dreijährigen Praktikum, von der Ausstellung einer Praktikumsbescheinigung, vom Bestehen einer Auswahlprüfung und von der Eintragung in die Liste der Notaranwärter (angefochtene Artikel 35, 37, 38, 39, 43 und 44 des Gesetzes vom 25. Ventose Jahr XI) abhängig macht, regelt es den Zugang zum Beruf des Notars und betrifft es weder den Sachbereich des Unterrichts im Sinne von Artikel 127 § 1 Nr
. 2 der Verfassung, noch denjenigen der Berufsausbildung im Sinne von Artikel 4 Nrn. 12 und 16 des obengenannten
Sondergesetzes; es erhebt ...[+++] nicht den Anspruch, den Unterricht oder die Berufsausbildung vor der Ernennung zu regeln oder vorzuschreiben, dass dieser Ernennung eine Form des Unterrichts voraufgehen muss.