(11) Overwegende dat de consument in eerste instantie van de verkoper kan verlangen dat deze de goederen herstelt of vervangt tenzij deze vormen van genoegdoening onmogelijk of buiten verhouding zijn; dat het al dan niet buiten verhouding zijn van een vorm van genoegdoening objectief moet worden vastgesteld; dat een bepaalde vorm van genoegdoening buiten verhouding is als hij, vergeleken met de andere vorm van genoegdoening onredelijke kosten met zich brengt; dat de kosten van een vorm van genoegdoening onredelijk zijn als zij beduidend hoger liggen dan de kosten van de andere vorm van genoegdoening;
(11) Zunächst kann der Verbraucher vom Verkäufer die Nachbesserung des Gutes oder eine Ersatzlieferung verlangen, es sei denn, daß diese Abhilfen unmöglich oder unverhältnismäßig wären. Ob eine Abhilfe unverhältnismäßig ist, müßte objektiv festgestellt werden. Unverhältnismäßig sind Abhilfen, die im Vergleich zu anderen unzumutbare Kosten verursachen; bei der Beantwortung der Frage, ob es sich um unzumutbare Kosten handelt, sollte entscheidend sein, ob die Kosten der Abhilfe deutlich höher sind als die Kosten einer anderen Abhilfe.