Eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele mensenrechten, met name zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, vormen de grondslag van het binnenlandse en buitenlandse beleid van de partijen en zijn een essentieel onderdeel van deze overeenkomst.
Die Wahrung der Grundsätze der Demokratie und die Achtung der Menschenrechte, wie sie insbesondere in der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte, in der Charta der Vereinten Nationen, in der Schlussakte von Helsinki und in der Pariser Charta für ein neues Europa niedergelegt sind, sind Richtschnur der Innen- und der Außenpolitik der Vertragsparteien und wesentlicher Bestandteil dieses Abkommens.