Hieruit blijkt dat de voornaamste elementen van het vormingsprogramma waarvan sprake in artikel 4, eerste lid, moeten voorkomen in de samenwerkingsovereenkomst onderworpen aan de parlementaire goedkeuring; het is in deze mate dat het ook aanvaardbaar zou zijn om de Regeringen te machtigen om het vormingplan goed te keuren, zoals artikel 7, tweede lid het vermeldt" (80).
Daraus ergibt sich, dass die grundlegenden Bestandteile des Ausbildungsprogramms, von denen in Artikel 4, Absatz 1 die Rede ist, ebenfalls in dem der Zustimmung des Parlaments unterbreiteten Zusammenarbeitsabkommen angeführt werden müssen; in diesem Masse wäre es ebenfalls zulässig, die Regierungen nach Artikel 7, Absatz 2 zu befugen, den Ausbildungsplan zu genehmigen" (80).
