Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanbod
Afbeelden van abstractie op werkelijkheid
Effectieve vraag
Geaggregeerde vraag
Juridische werkelijkheid
Kamervraag
Mondelinge vraag
Parlementaire vraag
Projecteren van abstractie op werkelijkheid
Theoretisch
Totale vraag
Vraag
Vraag en aanbod
Vraag met verzoek om mondeling antwoord
Vraag om inlichtingen
Wat niet in de werkelijkheid voorkomt
Werkelijkheid van de feiten

Vertaling van "vraag in werkelijkheid " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
afbeelden van abstractie op werkelijkheid | projecteren van abstractie op werkelijkheid

Abbildung einer Abstraktion zur Wirklichkeit


parlementaire vraag [ kamervraag ]

parlamentarische Anfrage [ große Anfrage | kleine Anfrage ]


effectieve vraag | geaggregeerde vraag | totale vraag

Gesamtnachfrage






theoretisch | wat niet in de werkelijkheid voorkomt

theoretisch


vraag en aanbod [ aanbod | vraag ]

Angebot und Nachfrage [ Angebot | Nachfrage ]




vraag met verzoek om mondeling antwoord | vraag met verzoek om mondeling antwoord gevolgd door een debat

Anfrage zur mündlichen Beantwortung | Anfrage zur mündlichen Beantwortung mit Aussprache


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Er is echter geen verdere informatie over de vraag of de gezondheidswerkers in kwestie in feite een baan in een andere lidstaat hebben aangenomen, en of zij misschien daarna verder getrokken zijn naar een derde land of naar hun eigen land zijn teruggekeerd; deze gegevens kunnen dus, bij gebrek aan meer gedetailleerde informatie, hoogstens als een ruwe benadering van de werkelijkheid worden beschouwd.

Da allerdings keine weiteren Informationen darüber vorliegen, ob die Betreffenden dann tatsächlich eine Stelle in einem anderen Mitgliedstaat angetreten haben bzw. ob sie danach in einen Drittstaat abgewandert oder wieder in ihr Herkunftsland zurückgekehrt sind, können derartige Daten nur einen ungefähren Überblick geben.


De laatste jaren werden er reeds voor verschillende andere groepen van vreemdelingen mechanismen ingevoerd om na te gaan of de redenen die de betrokkenen inroepen om toegang te krijgen tot ons grondgebied wel met de werkelijkheid stroken. Door de invoering van artikel 57sexies wordt er ook een dergelijke maatregel voorzien voor die personen die werden gemachtigd tot een verblijf op basis van artikel 9bis van de Vreemdelingenwet omwille van een arbeidskaart B of een beroepskaart » (Senaat, 2012-2013, schriftelijke vraag nr. 5-9739 van 24 j ...[+++]

In den letzten Jahren sind bereits Mechanismen eingeführt worden für verschiedene andere Gruppen von Ausländern, um zu prüfen, ob die von den betreffenden Personen angeführten Gründe für den Zugang zu unserem Staatsgebiet der Realität entsprechen. Die Einführung von Artikel 57sexies ermöglicht es, ebenfalls eine solche Maßnahme für die Personen vorzusehen, denen der Aufenthalt aufgrund von Artikel 9bis des Ausländergesetzes wegen einer Arbeitserlaubnis B oder einer Berufskarte erlaubt wird » (Senat, 2012-2013, schriftliche Frage Nr. 5-9739 vom 24. Juli 2013).


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderscha ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der ...[+++]


In de voorliggende zaak wordt aan het Hof een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen (en in het bijzond ...[+++]

In der vorliegenden Rechtssache wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, befragt, indem « er die nicht innerhalb der gesetzlich festgelegten Frist eingereichte Vaterschaftsanfechtungsklage zum absoluten Unzulässigkeitsgrund erhebt, ohne dass es dem mit einer solchen Klage befassten Richter möglich ist, zu beurteilen, ob unter Berücksichtigung der vorliegenden Interessen - und insbesondere des höheren und vorrangigen Interesses des Kindes - sowie des Verhaltens der Pa ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Ofschoon in de prejudiciële vraag wordt verwezen naar de artikelen 1, 2 en 41 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, blijkt uit die vraag en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing dat in werkelijkheid de artikelen 1, 2 en 46 van die wet worden bedoeld.

Obwohl in der Vorabentscheidungsfrage auf die Artikel 1, 2 und 41 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle verwiesen wird, geht aus dieser Frage sowie aus der Begründung der Vorlageentscheidung hervor, dass in Wirklichkeit die Artikel 1, 2 und 46 dieses Gesetzes gemeint sind.


Volgens de Ministerraad wordt het Hof in de prejudiciële vraag in werkelijkheid verzocht geen twee categorieën van personen maar twee onderscheiden socialezekerheidsstelsels met elkaar te vergelijken.

Nach Darlegung des Ministerrates werde der Gerichtshof mit der Vorabentscheidungsfrage in Wirklichkeit nicht gebeten, zwei Kategorien von Personen, sondern zwei unterschiedliche Systeme der sozialen Sicherheit miteinander zu vergleichen.


De Ministerraad voert aan dat de prejudiciële vragen onontvankelijk zijn, ten eerste, omdat het Hof niet bevoegd zou zijn om artikel 57 van de WCO te toetsen aan de artikelen 49, 54 en 55 van dezelfde wet, ten tweede, omdat in de vragen niet wordt aangegeven welke categorieën van personen dienen te worden vergeleken en, ten derde, omdat de tweede prejudiciële vraag in werkelijkheid betrekking zou hebben op artikel 55 van de WCO, en dus niet op artikel 57 van die wet.

Der Ministerrat führt an, dass die Vorabentscheidungsfragen unzulässig seien, erstens, weil der Gerichtshof nicht befugt sei, Artikel 57 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen anhand der Artikel 49, 54 und 55 desselben Gesetzes zu prüfen, zweitens, weil in den Fragen nicht angegeben werde, welche Kategorien von Personen miteinander zu vergleichen seien, und drittens, weil die zweite Vorabentscheidungsfrage sich in Wirklichkeit auf Artikel 55 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen und somit nicht auf Artikel 57 dieses Gesetzes beziehe.


Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en de wijze waarop de prejudiciële vraag is geformuleerd, blijkt dat die vraag in werkelijkheid enkel de wetsbepalingen betreft die het « gebruik van valse stukken » strafbaar stellen, namelijk artikel 197 van het Strafwetboek, artikel 73bis van het BTW-Wetboek en artikel 450 van het WIB 1992.

Aus der Begründung der Verweisungsentscheidung und der Weise der Formulierung der präjudiziellen Frage geht hervor, dass die Frage in Wirklichkeit nur die Gesetzesbestimmungen betrifft, die die « Verwendung falscher Urkunden » unter Strafe stellen, nämlich Artikel 197 des Strafgesetzbuches, Artikel 73bis des MwStGB und Artikel 450 des EStGB 1992.


De Ministerraad is van mening dat de prejudiciële vraag in werkelijkheid betrekking heeft op het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 en niet op artikel 102 van de herstelwet, zodat het Hof niet bevoegd is.

Der Ministerrat ist der Auffassung, dass die präjudizielle Frage sich in Wirklichkeit auf den königlichen Erlass vom 29. Oktober 1997 und nicht auf Artikel 102 des Sanierungsgesetzes beziehe, so dass der Hof nicht zuständig sei.


Volgens de Ministerraad zou de prejudiciële vraag onontvankelijk zijn want in de verplichting om de verzekeringsinstelling in te lichten is voorzien in artikel 241 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996, genomen ter uitvoering van artikel 103, § 3, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, zodat de prejudiciële vraag in werkelijkheid een verordeningsbepaling beoogt die geen norm vormt die aan het Hof kan worden voorgelegd.

Nach Darlegung des Ministerrates sei die präjudizielle Frage unzulässig, da die Verpflichtung zur Information des Versicherungsträgers in Artikel 241 des königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 vorgesehen sei, der in Ausführung von Artikel 103 § 3 des koordinierten Gesetzes vom 14. Juli 1994 angenommen worden sei, so dass die präjudizielle Frage sich in Wirklichkeit auf eine Verordnungsbestimmung beziehe, das heisst eine Norm, mit der der Hof nicht befasst werden könne.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vraag in werkelijkheid' ->

Date index: 2025-01-13
w