Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Niet-samenvallende vraag

Traduction de «vraag niet uitdrukkelijk » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
afgetrokken worden van de rechters van een land 3 van het Verdrag van 27.9.1968 bepaalt dat de verweerder niet kan worden afgetrokken van de rechters van het land waar hij zijn woonplaats heeft,dan in de gevallen die uitdrukkelijk in het Verdrag zijn genoemd

der Gerichtsbarkeit eines Staates entzogen werden Artikel 3 des Übereinkommens vom 27.9.1968 kann der Beklagte der Gerichtsbarkeit des Staates,in dem er seinen Wohnsitz hat,nur in den im Übereinkommen ausdrücklich bestimmten Fällen entzogen werden


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat het verschil in behandeling dat aan het oordeel van het Hof wordt onderworpen, in de verhoudingen tussen huurder en verhuurder - die vergelijkbaar zijn als partijen bij eenzelfde contract -, betrekking heeft op het strikte formalisme dat erin bestaat de huurder, en niet de verhuurder, uitdrukkelijke vormvoorschriften op te leggen, op straffe van verval van het recht op hernieuwing of op straffe van nietigheid van de aanvraag tot hernieuwing.

Aus dem Wortlaut der Vorabentscheidungsfrage geht hervor, dass sich der dem Gerichtshof zur Beurteilung vorgelegte Behandlungsunterschied in den Beziehungen zwischen Mieter und Vermieter - die als Parteien beim selben Vertrag vergleichbar sind - auf den strikten Formalismus bezieht, der darin besteht, dass dem Mieter im Gegensatz zum Vermieter ausdrückliche Formvorschriften auferlegt werden, bei deren Nichtbeachtung er das Recht auf Erneuerung verliert oder sein Erneuerungsantrag ungültig wird.


« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek (namelijk het derde lid met betrekking tot partnergeweld), dat de feitelijk samenwonenden uitdrukkelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in een feitelijke context waarin de bodemrechter, bij wie concurrerende vorderingen zijn ingesteld om, gedurende de tijd dat de ...[+++]

« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches (und zwar Absatz 3 bezüglich der partnerschaftlichen Gewalt), der die faktisch Zusammenwohnenden ausdrücklich von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in einem faktischen Rahmen, in dem der Tatsachenrichter, bei dem konkurrierende Anträge auf Zuweisung der Nutzung der ungeteilten Immobilie während der Zeit der Durchführung der Auseinandersetzung und Verteilung anhängig gemacht wurden, für die er sich ausdrücklich für zuständig erklärt (was jede Auslegung der gestellten Frage in der Form des Z ...[+++]


De eerste prejudiciële vraag is als volgt geformuleerd : « Kan artikel 7, § 1, van de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering zo worden geïnterpreteerd dat ' het besluit van de Regering ter goedkeuring van het programma ' geldt als een toestemming om te onteigenen, ook al staat dat besluit de onteigening niet uitdrukkelijk toe, zonder aan de gewestwetgever een bevoegdheid toe te kennen die artikel 38 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en a ...[+++]

Die erste Vorabentscheidungsfrage lautet wie folgt: « Kann Artikel 7 § 1 der Grundlagenordonnanz vom 28. Januar 2010 über die Stadterneuerung dahin ausgelegt werden, dass ' der Erlass der Regierung zur Genehmigung des Programms ' als Enteignungsermächtigung gilt, und zwar auch dann, wenn dieser Erlass nicht ausdrücklich zur Enteignung ermächtigt, ohne dass dem Regionalgesetzgeber eine Zuständigkeit erteilt wird, die Artikel 38 des Sondergesetzes vom 12. Januar 1989 über die Brüsseler Institutionen und Artikel 79 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des Gesetzes ...[+++]


Hoewel de wetgever heeft willen tegemoetkomen aan de bezwaren van ongrondwettigheid die reeds tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 april 2011 waren geuit, is de in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de in de prejudiciële vragen vermelde grondwets- en internationaalrechtelijke bepalingen die het recht op een eerlijk proces en de onafhankelijkheid van de rechter waarborgen, nu de wetgever uitdrukkelijk de beoordelingsbevoegdheid van de bevoegde rechter heeft beperkt tot « de formele toepassingsvoorwaarden van § 1, eerste li ...[+++]

Obwohl der Gesetzgeber die Einwände der Verfassungswidrigkeit beheben wollte, die bereits während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 14. April 2011 erhoben worden waren, ist die in Rede stehende Bestimmung unvereinbar mit den in den Vorabentscheidungsfragen erwähnten Verfassungs- und völkerrechtlichen Bestimmungen, die das Recht auf ein faires Verfahren und die Unabhängigkeit des Richters gewährleisten, da der Gesetzgeber die Beurteilungsbefugnis des zuständigen Richters ausdrücklich auf « die in § 1 Absatz 1 erwähnten formellen Anwendungsbedingungen » und die Frage, « ob der Täter den vorgeschlagenen Vergleich angenommen und eingehalten ha ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op d ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. Dezember 2014 in Sachen Tonia Tollenaere gegen die « AXA Belgium » AG und die « Generali Belgium » AG, dessen Ausfertigung am 13. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 13. Januar 2012 zur Einfügung eines Artikels 110/1 in das Gesetz vom 25. Juni 1992 über den Landversicherungsvertrag, was die Bestimmung des Begünstigten eines ...[+++]


Alhoewel de prejudiciële vraag niet uitdrukkelijk gewag maakt van de categorieën van personen onder wie een verschil in behandeling zou worden ingesteld, blijkt zowel uit de motivering van het vonnis waarbij de vraag wordt gesteld als uit de formulering van die vraag, dat de verwijzende rechter aan het Hof het verschil in behandeling voorlegt dat voortvloeit uit de toepassing van de onderscheiden verjaringstermijnen van de in het geding zijnde bepaling en van artikel 15 van de voormelde wet van 3 juli 1978.

Obwohl in der präjudiziellen Frage nicht ausdrücklich die Kategorien von Personen erwähnt sind, zwischen denen ein Behandlungsunterschied eingeführt werde, geht sowohl aus der Begründung des Urteils, mit dem die Frage gestellt wird, als auch aus deren Formulierung hervor, dass der vorlegende Richter den Hof bezüglich des Behandlungsunterschieds befragt, der sich aus der Anwendung der unterschiedlichen Verjährungsfristen ergebe, die in der fraglichen Bestimmung beziehungsweise in Artikel 15 des vorerwähnten Gesetzes vom 3. Juli 1978 vorgesehen seien.


Alhoewel de prejudiciële vraag niet uitdrukkelijk gewag maakt van artikel 15, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, blijkt zowel uit de feiten in het bodemgeschil, uit de motivering van het verwijzingsvonnis als uit de formulering van de prejudiciële vraag dat de verwijzende rechter aan het Hof het verschil in behandeling voorlegt dat resulteert uit de onderscheiden verjaringstermijnen van artikel 15, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, enerzijds, en van artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, anderzijds.

Obgleich die präjudizielle Frage nicht ausdrücklich Artikel 15 Absatz 1 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge erwähnt, wird sowohl aus dem Sachverhalt des Hauptverfahrens als auch aus der Begründung des Verweisungsurteils sowie aus der Formulierung der präjudiziellen Frage ersichtlich, dass der Verweisungsrichter dem Hof eine Frage über den Behandlungsunterschied vorlegt, der sich aus den unterschiedlichen, einerseits in Artikel 15 Absatz 1 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge und andererseits in Artikel 26 des Präliminartitels des Strafprozessgesetzbuches vorgesehenen Verjährungsfristen ergibt.


De eerste prejudiciële vraag gaat ervan uit dat de tekst van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State niet uitdrukkelijk erin voorziet dat de Raad van State bij wege van exceptie kan nagaan of een beslissing van een parlementaire vergadering in overeenstemming is met de hogere rechtsregels en beoogt van het Hof te vernemen of artikel 14, § 1, geïnterpreteerd in die zin dat de Raad van State, niettegenstaande de tekst van het artikel niet uitdrukkelijk erin voor ...[+++]

Die erste präjudizielle Frage geht davon aus, dass der Text von Artikel 14 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat nicht ausdrücklich vorsehe, dass der Staatsrat durch eine Einrede die bereinstimmung einer Entscheidung einer parlamentarischen Versammlung mit übergeordneten Rechtsregeln kontrollieren könne, und bezwecke, den Hof zu fragen, ob Artikel 14 § 1 ausgelegt in dem Sinne, dass der Staatsrat, ungeachtet dessen, dass der Text des Artikels es nicht ausdrücklich vorsehe, dennoch befugt sei, durch eine Einrede die Gesetzmässigkeit der Verordnungsakte der parlamentarischen Versammlungen zu kontrollieren, vereinbar sei mit den Arti ...[+++]


Het Hof van Beroep merkt nog op dat, in tegenstelling tot wat de administratie volhoudt, het arrest nr. 70/97 van het Arbitragehof van 18 november 1997 de prejudiciële vraag niet beantwoordt, nu het Hof uitdrukkelijk aangeeft dat de verwijzende rechter niet de vraag met betrekking tot de retroactiviteit had gesteld.

Der Appellationshof weist noch darauf hin, dass im Gegensatz zu dem, was die Verwaltung sagt, das Urteil Nr. 70/97 des Schiedshofs vom 18. November 1997 die präjudizielle Frage nicht beantwortet, nun, da der Hof ausdrücklich angibt, dass der Verweisungsrichter die Frage bezüglich der rückwirkenden Kraft nicht gestellt hatte.


Uit de motivering van de prejudiciële vraag volgt dat de verwijzende rechter uitdrukkelijk heeft geoordeeld dat het decreet van 4 maart 1991 niet van toepassing was op het hem voorgelegde geschil; de termen van de vraag beogen niet de artikelen 63bis en 63ter van de wet van 8 april 1965 en beperken bovendien de inhoud ervan tot de toetsing van de inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Aus der Begründung der präjudiziellen Frage geht hervor, dass der Verweisungsrichter ausdrücklich geurteilt hat, dass das Dekret vom 4. März 1991 nicht auf den ihm vorgelegten Streitfall anwendbar ist; der Wortlaut der Frage zielt nicht auf die Artikel 63bis und 63ter des Gesetzes vom 8. April 1965 ab und beschränkt deren Inhalt auf die Prüfung der Beachtung der Artikel 10 und 11 der Verfassung.




D'autres ont cherché : niet-samenvallende vraag     vraag niet uitdrukkelijk     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vraag niet uitdrukkelijk' ->

Date index: 2024-01-22
w