19. onderstreept nogmaals dat het terrorisme, in welke vorm dan ook en ongeacht de vraag of het nu binnen of buiten de grenzen van de Unie is ontstaan of actief is, onvoorwaardelijk verworpen en volstrekt veroordeeld moet worden, omdat het een ontkenning vormt van het meest fundamentele recht van de mens, het recht op leven,
19. - bekräftigt seine vorbehaltlose und uneingeschränkte Verurteilung des Terrorismus, der die grundlegenden Menschenrechte und das Recht auf Leben mit Füßen tritt, gleich in welcher Form er auftritt und unabhängig davon, ob sein Ursprung oder seine Aktivitäten innerhalb oder außerhalb der Union anzusiedeln sind;