Voor zover de in het geding zijnde bepalingen onder de werkingssfeer van het recht van de Europese Unie vallen - vraagstuk waarover het Hof van Justitie van de Europese Unie zich ook zal dienen te buigen in het kader van de prejudiciële vragen die de verwijzende rechter aan het Hof van Justitie heeft gesteld (zaak C-559/11) - heeft de door de verwijzende rechter aan het Grondwettelijk Hof gestelde prejudiciële vraag eveneens betrekking op de interpretatie van bepalingen van het recht van de Europese Unie.
Sofern die fraglichen Bestimmungen zum Anwendungsbereich des Rechts der Europäischen Union gehören - eine Frage, mit der sich der Gerichtshof der Europäischen Union auch wird befassen müssen im Rahmen der Vorabentscheidungsfragen, die der vorlegende Richter diesem Gerichtshof gestellt hat (Rechtssache C-559/11) -, bezieht sich die Vorabentscheidungsfrage, die der vorlegende Richter dem Verfassungsgerichtshof gestellt hat, ebenfalls auf die Auslegung von Bestimmungen des Rechtes der Europäischen Union.