Ter ondersteuning van deze argumenten wijzen partijen er onder andere op dat DHLI en de nieuwe beleggers niet actief zijn op dezelfde markten, dat DHLI zelf voorziet in meer dan 90 % van zijn behoeften inzake luchtvervoer binnen de Gemeenschap, dat de behoeften aan DHLI aan bergruimte voor luchtvervoer minder dan 1 % uitmaken van de vrachtruimte die jaarlijks door Lufthansa en JAL ter beschikking wordt gesteld en dat de voornaamste concurrenten van DHLI in aanzienlijke mate verticaal geïntegreerd zijn voor wat het aanbod aan bergruimte voor luchtvervoer betreft.
Die Parteien bringen weiterhin vor, daß DHLI nur 1 Prozent der jährlichen Frachtkapazität von Lufthansa und JAL nachfragt und daß die Hauptwettbewerber von DHLI in bezug auf die Inanspruchnahme von Luftfrachtkapazität vertikal integriert sind.