20. hekelt de ongegronde publieke veroordeling van de Ombudsman door ministers van de regering; benadrukt dat de rol van Ombudsman van essentieel belang is voor het systeem van wederzijdse controle („checks and balances”) en dringt er bij de autoriteiten op aan de onafhankelijkheid en integriteit van de Ombudsman te waarborgen; dringt er bij de autoriteiten op aan de Ombudsman volledige politieke en administratieve steun te verstrekken voor zijn werkzaamheden en zijn recht te waarborgen om officiële documenten op te vragen overeenkomstig de wet inzake openbare informatie;
20. verurteilt die unbegründete öffentliche Denunzierung des Bürgerbeauftragten durch Minister der Regierung, betont, dass die Rolle des Bürgerbeauftragten wesentlich für das System der Kontrolle und Gegenkontrolle der Regierung ist, und fordert die staatlichen Stellen auf, dafür zu sorgen, dass die Unabhängigkeit und Integrität des Bürgerbeauftragten erhalten bleiben, fordert die staatlichen Stellen auf, die Arbeit des Bürgerbeauftragten umfassend politisch und administrativ zu unterstützen und sein Recht zu bewahren, Zugang zu amtlichen Dokumenten nach Maßgabe des Gesetzes über öffentliche Information zu beantragen;