1. Indien een lidstaat op de hoogte wordt gebracht van inbreuken, bedoeld in artikel 1, lid 1, die in strijd zijn met de wet van een andere lidstaat inzake binnenkomst en verblijf van vreemdelingen, deelt de eerstgenoemde lidstaat dit aan de laatstgenoemde mee.
(1) Wird ein Mitgliedstaat von Handlungen nach Artikel 1 Absatz 1 unterrichtet, die eine Verletzung der Rechtsvorschriften eines anderen Mitgliedstaats betreffend die Einreise und den Aufenthalt von Ausländern darstellen, so setzt er diesen anderen Mitgliedstaat davon in Kenntnis.