Het Court of Appeal waarbij de zaak in het door de FSU en de ITF ingestelde hoger beroep aanhangig was gemaakt, heeft een aantal vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de toepassing op de zaak van de verdragsregels inzake de vrijheid van vestiging en over de vraag of de acties van de FSU en de ITF een niet-gerechtvaardigde beperking van het vrije verkeer vormden.
Der Court of Appeal, bei dem der Rechtsstreit nach der von der FSU und der ITF eingelegten Berufung anhängig ist, hat dem Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften eine Reihe von Fragen nach der Anwendung der Bestimmungen des Vertrags über die Niederlassungsfreiheit und danach zur Vorabentscheidung vorgelegt, ob die Maßnahmen der FSU und der ITF eine nicht gerechtfertigte Beschränkung der Freizügigkeit darstellten.