Die interpretatie heeft tot gevolg dat een belastingplichtige die zonder winstoogmerk een onroerend goed gebruikt om aan hulpbehoevenden fysieke of geestelijke zorg te verstrekken recht heeft op vrijstelling van de onroerende voorheffing, terwijl hij geen vrijstelling zou genieten als hij zonder winstoogmerk een onroerend goed gebruikt om aan hulpbehoevenden andere maatschappelijke en/of sociale zorg te verstrekken dan fysieke of geestelijke zorg ».
Diese Auslegung führt dazu, dass ein Steuerpflichtiger, der ohne Gewinnerzielungsabsicht eine Immobilie benutzt, um Hilfsbedürftigen körperliche oder geistige Pflege zu erteilen, Anspruch auf Befreiung vom Immobilienvorabzug hat, während er keine Befreiung erhalten würde, wenn er ohne Gewinnerzielungsabsicht eine Immobilie benutzt, um Hilfsbedürftigen andere gesellschaftliche und/oder soziale Hilfe als körperliche oder geistige Pflege zu leisten ».