Aan het Hof wordt de vraag gesteld of de artikelen 184, 185, 191, 192 en 261
van het Wetboek van vennootschappen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre zij het de schuldeiser van een burgerlijke vennootschap met
handelsvorm die in vrijwillige vereffening is gesteld, die zich bevindt in een situatie van staking van betaling en waarvan het krediet is geschokt, niet mogelijk maken de vervanging te verkrijgen, vanwege de rechtbank, van de door de algemene vergadering benoemde vereffenaar, terwijl in het kader va
n een gere ...[+++]chtelijke vereffening of een faillissement, de vervanging van de vereffenaar of van de curator wel kan worden verkregen.Dem Hof wird die Frage gestellt, ob die Artikel 184, 185, 191, 192 und 261 des Gesellschaftsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verf
assung verstiessen, insofern sie es einem Gläubiger einer zivilrechtlichen Gesellschaft in der Rechtsform einer Handelsgesell
schaft, die sich in freiwilliger Liquidation und in der Situation der Zahlungseinstellung und Beeinträchtigung der Kreditwürdigkeit befinde, nicht ermögliche, vor Gericht die Ersetzung des durch die Generalversammlung ernannten Liquidators zu erwirken, während im Rahmen ein
...[+++]er gerichtlichen Liquidation oder eines Konkurses wohl die Ersetzung des Liquidators oder des Konkursverwalters erwirkt werden könne.