Alleen vruchten met de volgende kenmerken komen voor bescherming in aanmerking: vers mogen zij niet meer wegen dan 25 gram per stuk, de verhouding tussen de maximum- en de minimumdiameter moet tussen 1,2 en 1,3 liggen, de buitenkant moet vermiljoenrood en het vruchtvlees moet rood zijn, de vrucht moet stevig zijn, de smaak moet uitgesproken intens zoetzuur zijn, het optische residu moet minimaal 6,5o Brix bedragen, de vruchten moeten goed aan de steel vastzitten.
Die unter dem Schutz stehenden Früchte müssen folgende Merkmale aufweisen: in frischem Zustand ein Einzelgewicht von höchstens 25 g. Form: Verhältnis zwischen größtem und kleinstem Durchmesser zwischen 1,2 und 1,3; Außenfarbe: rubinrot; Farbe des Fruchtfleischs: rot; Konsistenz: fest; Geschmack: lebhaft, intensiv und süß-säuerlich; Zuckergehalt: mind. 6,5 ° Brix; sehr fester Halt am Stängel.