Traduction de «vweu een onvoldoende » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

onvoldoend gevulde lasnaad | onvoldoend gevulde lasvoeg
ungenuegend ausgefuellte Schweissung

gebrekkige emballage | gebrekkige verpakking | onvoldoende emballage | onvoldoende verpakking
mangelhafte Verpackung | ungenügende Verpackung

onvoldoende resistensie | onvoldoende weerstand
Abwehrschwaeche

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie [ Verdrag betreffende de werking van de EU | VWEU [acronym] ]
Vertrag über die Arbeitsweise der EU [ AEUV [acronym] Vertrag über die Arbeitsweise der Europäischen Union ]

hypogonadisme | onvoldoende werking van de geslachtsklieren
Hypogonadismus | hormonale Unterfunktion der Keimdrüsen

onvoldoende
unzureichend

decompensatie | onvoldoende aanvulling
Dekompensation | Herzleistungsstörung

hypoplasie | onvoldoende ontwikkeling
Hypoplasie | Unterentwicklung eines Organs

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Indien artikel 338, lid 1, VWEU een onvoldoende of onjuiste rechtsgrondslag wordt geacht voor sancties tegen lidstaten in geval van een bewust onjuiste weergave of grove nalatigheid die een onjuiste weergave van voor de PMO relevante gegevens tot gevolg heeft, dient zorgvuldig te worden overwogen of een rechtsgrondslag moet worden toegevoegd dan wel de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze verordening moeten worden aangepast.
Wenn davon ausgegangen wird, dass Artikel 338 Absatz 1 AEUV als Rechtsgrundlage dafür unzureichend oder ungeeignet ist, solche Sanktionen gegen Mitgliedstaaten in Fällen von absichtlich oder aufgrund schwerwiegender Fahrlässigkeit falschen Darstellung von VMU-relevanten Daten zu verhängen, sollte ernstlich in Erwägung gezogen werden, eine zusätzliche Rechtsgrundlage hinzuzufügen oder die Bestimmungen in Kapitel VIII dieser Verordnung anzupassen.

(49) Aangezien het doel van deze richtlijn, te weten het vaststellen van regels ten aanzien van schadevorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht van de Unie ter waarborging van de volle werking van de artikelen 101 en 102 VWEU en van de goede werking van de interne markt voor ondernemingen en consumenten, onvoldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar wegens het vereiste van doelmatige en coherente toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU veeleer op Unieniveau kan worden bereikt, kan de Unie maatregelen aannemen overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel.
(49) Da die Ziele dieser Richtlinie, nämlich Vorschriften für Schadensersatzklagen wegen Verletzung des Wettbewerbsrechts der Union festzulegen, um die volle Wirkung der Artikel 101 und 102 AEUV und das reibungslose Funktionieren des Binnenmarkts für Unternehmen und Verbraucher zu gewährleisten, auf Ebene der Mitgliedstaaten nicht ausreichend verwirklicht werden können, sondern wegen der erforderlichen Wirksamkeit und Kohärenz der Anwendung der Artikel 101 und 102 AEUV besser auf Unionsebene zu verwirklichen sind, kann die Union im Einklang mit dem in Artikel 5 EUV niedergelegten Subsidiaritätsprinzip tätig werden .

(43) Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het vaststellen van regels inzake schadevorderingen wegens inbreuk op het mededingingsrecht van de Unie teneinde de volle werking van de artikelen 101 en 102 VWEU en de goede werking van de interne markt voor ondernemingen en consumenten te garanderen, ▐ onvoldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en ▐, wegens het vereiste van doelmatige en coherente toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU, beter op Unieniveau kunnen worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen vaststellen.
(43) Da die Ziele dieser Richtlinie – nämlich die Festlegung von Rechtsvorschriften über Schadensersatzklagen wegen Zuwiderhandlungen gegen das Wettbewerbsrecht der Union mit Blick auf die Sicherstellung der vollen Wirkung der Artikel 101 und 102 AEUV und des reibungslosen Funktionierens des Binnenmarkts für Unternehmen und Verbraucher – auf der Ebene der Mitgliedstaaten nicht ausreichend verwirklicht werden können, sondern sich wegen der erforderlichen Wirksamkeit und Kohärenz der Anwendung der Artikel 101 und 102 AEUV besser auf Unionsebene erreichen lassen, kann die Union im Einklang mit dem Subsidiaritätsprinzip nach Artikel 5 EUV tätig werden.

55. merkt op dat de rol van de ECB onvoldoende nauwkeurig is gedefinieerd, aangezien in het ESM-verdrag en in Verordening (EU) nr. 472/2013 is vastgelegd dat de Commissie haar taken uitvoert „in overleg met de ECB”, waardoor de rol van de ECB beperkt blijft tot het leveren van advies; merkt op dat de Eurogroep heeft verzocht de ECB als adviesverstrekker bij het beleidsoverleg te betrekken ter aanvulling van de standpunten van de overige trojka-partners, en dat het Hof van Justitie in de zaak-Pringle heeft geoordeeld dat de door het ESM-Verdrag aan de ECB toegewezen taken stroken met de diverse taken die het VWEU en de statuten van het ESCB [en de ECB] aan de ECB toekennen, mits definitief aan een aantal voorwaarden is voldaan; wijst op de verantwoordelijkheid die op de Eurogroep rust om de ECB toe te staan binnen de trojka te opereren, maar herinnert eraan dat het mandaat van de ECB door het VWEU wordt beperkt tot de terreinen van het monetaire beleid en de financiële stabiliteit en dat de Verdragen niet voorzien in betrokkenheid van de ECB bij het ​​besluitvormingsproces inzake budgettair, fiscaal en structuurbeleid; brengt in herinnering dat artikel 127 VWEU bepaalt dat het ESCB, onverminderd de prijsstabiliteitsdoelstelling, het algemene economische beleid in de Unie ondersteunt teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie omschreven doelstellingen van de Unie;
55. stellt fest, dass die Rolle der EZB nicht ausreichend definiert ist, da die Verordnung (EU) Nr. 472/2013 und der ESM-Vertrag vorsehen, dass die Kommission „im Benehmen mit der EZB“ arbeiten sollte, womit die Rolle der EZB auf die eines Beraters reduziert wird; stellt fest, dass die Eurogruppe die Einbeziehung der EZB als sachkundigen Berater zur Ergänzung der Auffassungen der anderen Troika-Partner verlangt hatte und dass der EuGH in der Rechtssache Pringle entschieden hat, dass die der EZB durch den ESM-Vertrag übertragenen Funktionen den verschiedenen Aufgaben entsprechen, mit denen sie im AEUV und in der Satzung des ESZB [und der EZB] betraut wird, soweit ein bestimmte Anzahl von Bedingungen dauerhaft erfüllt ist; weist darauf hin, dass die Eurogruppe dafür verantwortlich ist, dass es der EZB erlaubt wurde, im Rahmen der Troika tätig zu werden; erinnert aber daran, dass der Auftrag der EZB im AEUV auf die Bereiche der Geldpolitik und der finanziellen Stabilität begrenzt wird und dass die Verträge keinerlei Einbeziehung der EZB in das Beschlussfassungsverfahren in Bezug auf haushalts-, fiskal- und strukturpolitische Maßnahmen vorsehen; erinnert daran, dass Artikel 127 AEUV vorsieht, dass das ESZB ohne Beeinträchtigung des Zieles der Preisstabilität die allgemeine Wirtschaftspolitik in der Union unterstützt, um zur Verwirklichung der in Artikel 3 EUV festgelegten Ziele der Union beizutragen;

55. merkt op dat de rol van de ECB onvoldoende nauwkeurig is gedefinieerd, aangezien in het ESM-verdrag en in Verordening (EU) nr. 472/2013 is vastgelegd dat de Commissie haar taken uitvoert "in overleg met de ECB", waardoor de rol van de ECB beperkt blijft tot het leveren van advies; merkt op dat de Eurogroep heeft verzocht de ECB als adviesverstrekker bij het beleidsoverleg te betrekken ter aanvulling van de standpunten van de overige trojka-partners, en dat het Hof van Justitie in de zaak-Pringle heeft geoordeeld dat de door het ESM-Verdrag aan de ECB toegewezen taken stroken met de diverse taken die het VWEU en de statuten van het ESCB [en de ECB] aan de ECB toekennen, mits definitief aan een aantal voorwaarden is voldaan; wijst op de verantwoordelijkheid die op de Eurogroep rust om de ECB toe te staan binnen de trojka te opereren, maar herinnert eraan dat het mandaat van de ECB door het VWEU wordt beperkt tot de terreinen van het monetaire beleid en de financiële stabiliteit en dat de Verdragen niet voorzien in betrokkenheid van de ECB bij het ​​besluitvormingsproces inzake budgettair, fiscaal en structuurbeleid; brengt in herinnering dat artikel 127 VWEU bepaalt dat het ESCB, onverminderd de prijsstabiliteitsdoelstelling, het algemene economische beleid in de Unie ondersteunt teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie omschreven doelstellingen van de Unie;
55. stellt fest, dass die Rolle der EZB nicht ausreichend definiert ist, da die Verordnung (EU) Nr. 472/2013 und der ESM-Vertrag vorsehen, dass die Kommission „im Benehmen mit der EZB“ arbeiten sollte, womit die Rolle der EZB auf die eines Beraters reduziert wird; stellt fest, dass die Eurogruppe die Einbeziehung der EZB als sachkundigen Berater zur Ergänzung der Auffassungen der anderen Troika-Partner verlangt hatte und dass der EuGH in der Rechtssache Pringle entschieden hat, dass die der EZB durch den ESM-Vertrag übertragenen Funktionen den verschiedenen Aufgaben entsprechen, mit denen sie im AEUV und in der Satzung des ESZB [und der EZB] betraut wird, soweit ein bestimmte Anzahl von Bedingungen dauerhaft erfüllt ist; weist darauf hin, dass die Eurogruppe dafür verantwortlich ist, dass es der EZB erlaubt wurde, im Rahmen der Troika tätig zu werden; erinnert aber daran, dass der Auftrag der EZB im AEUV auf die Bereiche der Geldpolitik und der finanziellen Stabilität begrenzt wird und dass die Verträge keinerlei Einbeziehung der EZB in das Beschlussfassungsverfahren in Bezug auf haushalts-, fiskal- und strukturpolitische Maßnahmen vorsehen; erinnert daran, dass Artikel 127 AEUV vorsieht, dass das ESZB ohne Beeinträchtigung des Zieles der Preisstabilität die allgemeine Wirtschaftspolitik in der Union unterstützt, um zur Verwirklichung der in Artikel 3 EUV festgelegten Ziele der Union beizutragen;

Wanneer de Commissie op grond van artikel 258 VWEU een met redenen omkleed advies uitbrengt wegens het niet nakomen van de voorwaarde ex ante van lid 1, onder a), of het onvoldoende nakomen van de voorwaarden ex ante van lid 1, onder b) of c), dient het besluit tot gehele of gedeeltelijke opschorting van de financiële bijstand van de Unie te worden genomen in overeenstemming met de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Vertritt die Kommission in einer mit Gründen versehenen Stellungnahme die Auffassung, dass wegen Nichteinhaltung der Ex-ante-Bedingung nach Absatz 1 Buchstabe a ein Verstoß nach Artikel 258 AEUV vorliegt oder dass die Ex-ante-Bedingungen nach Absatz 1 Buchstaben b und c nicht zufriedenstellend erfüllt sind, so wird gemäß dem in Artikel 11 Absatz 2 genannten Prüfverfahren ein Beschluss über die vollständige oder teilweise Aussetzung der Finanzhilfe der Union gefasst.

Indien de Commissie op grond van artikel 258 VWEU een met redenen omkleed advies uitbrengt wegens het niet nakomen van de voorwaarde ex ante van lid 1, onder a), of het onvoldoende nakomen van de voorwaarden van lid 1, onder b) of c), dient het besluit tot gehele of gedeeltelijke opschorting van de financiële bijstand van de Unie te worden genomen volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Vertritt die Kommission in einer mit Gründen versehenen Stellungnahme die Auffassung, dass wegen Nichteinhaltung der Ex-ante-Bedingung nach Absatz 1 Buchstabe a ein Verstoß nach Artikel 258 AEUV vorliegt oder dass die Ex-ante-Bedingungen nach Absatz 1 Buchstaben b und c nicht zufriedenstellend erfüllt sind, so wird gemäß dem in Artikel 11 Absatz 2 genannten Prüfverfahren ein Beschluss über die vollständige oder teilweise Aussetzung der Finanzhilfe der Union gefasst.

overwegende dat het op basis van de recente economische ontwikkelingen duidelijk is dat de coördinatie van het economisch beleid in de Unie, en met name in de eurozone, onvoldoende heeft gefunctioneerd en dat de lidstaten ondanks hun verplichtingen krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) hebben nagelaten om hun economisch beleid als een gemeenschappelijke zaak te beschouwen en dat beleid binnen de Raad te coördineren overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Verdrag en met inachtneming van de centrale rol van de Commissie in de toezichtprocedure,
in der Erwägung, dass die jüngsten wirtschaftlichen Entwicklungen eindeutig gezeigt haben, dass die Koordinierung der Wirtschaftspolitik innerhalb der Union und insbesondere im Euroraum nicht gut genug funktioniert hat und dass die Mitgliedstaaten trotz ihrer Pflichten im Rahmen des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) es verabsäumt haben, ihre Wirtschaftspolitik als eine Angelegenheit von gemeinsamen Interesse zu betrachten und sie innerhalb des Rates gemäß den einschlägigen Vertragsbestimmungen zu koordinieren und dabei die entscheidende Rolle der Kommission in dem Überwachungsverfahren zu wahren,