De interne verdeeldheid van de Commissie maakt het er niet gemakkelijker op. Er wordt gedebatteerd over de vraag of het huidige plafond van de financiële vooruitzichten - 1,24 procent van het bruto nationaal product - in stand moet worden gehouden dan wel moet worden verlaagd tot 1,15 procent, ondanks de uitbreiding met landen waar het inkomen gemiddeld minder dan 50 procent van het communautaire gemiddelde bedraagt en ondanks de toegenomen sociale ongelijkheden en nationale en regionale verschillen tussen de landen van de Unie.
Immerhin bewegt sich die Diskussion innerhalb der Kommission derzeit zwischen der Beibehaltung der gegenwärtigen Obergrenze der Finanziellen Vorausschau von 1,24 % des Bruttosozialprodukts und einer Senkung auf 1,15 % – trotz des Beitritts von Ländern mit Einnahmen von weniger als 50 % des Gemeinschaftsdurchschnitts und trotz des Anstiegs von sozialer Ungleichheit und nationalen und regionalen Unterschieden in der EU.