2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst zenden de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van ontvangst waar een significant bijkantoor gevestigd is, de in artikel 117, lid 1, onder c) en d), bedoelde informatie toe en voeren de in artikel 112, lid 1, onder c), bedoelde taken uit in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst.
(2) Die zuständigen Behörden des Herkunftsmitgliedstaats übermitteln den zuständigen Behörden eines Aufnahmemitgliedstaats, in dem eine bedeutende Zweigstelle errichtet wird, die Informationen nach Artikel 117 Absatz 1 Buchstaben c und d und nehmen die Aufgaben nach Artikel 112 Absatz 1 Buchstabe c genannten in Zusammenarbeit mit den zuständigen Behörden des Aufnahmemitgliedstaats wahr.