11. merkt op dat hernieuwbare energiebronnen kunnen worden gebruikt in afgelegen en g
eïsoleerde gebieden waar geen elektriciteit voor handen is, en dat zij bijdragen aan het produceren van niet vervuilende energie; moedigt de lidstaten derhalve aan faciliteiten te ontwikkelen
om hernieuwbare en milieuvriendelijke energie te benutten met behulp van het EFRO en het ESF; dringt bovendien aan op meer innovatie en op een grotere deelname van vrouwen en mannen aan de ontwikkeling van, bijvoorbeeld, hernieuwbare en milieuvriendelijke energi
...[+++]e en architectuur; 11. stellt fest, dass in entlegenen und isolierten Gebieten ohne Strom erneuerbare Energien genutzt werden können und dass diese saubere Energie erzeugen; ermutigt daher die Mitgliedstaaten, Einrichtungen zur Nutzung erneuerbarer und umweltfreundlicher Energien unter Einsatz des EFRE und ESF zu entwickeln; ruft ferner zu mehr Innovation und mehr Teilhabe sowohl von Frauen als auch von Männern bei der Entwicklung von u. a. erneuerbaren Energien und umweltfreundlicher Architektur auf;