18. veroordeelt in het bijzonder de voortdurende schendingen van de mensenrechten in Tsjetsjenië waar nog altijd sprake is van standrechtelijke executies, illegale gevangenissen, verdwijningen en martelingen; onderstreept in dit verband dat de Russische regering in oktober 2006 niet akkoord is gegaan met het mandaat van de speciale rapporteur over foltering om onaangekondigd gevangenissen in de noordelijke Kaukasus te bezoeken;
18. verurteilt insbesondere die fortgesetzten Menschenrechtsverletzungen in Tschetschenien, wo es immer noch Tötungen ohne Gerichtsverfahren , illegale Zwangsinhaftierungseinrichtungen gibt, Menschen verschwinden und Folter angewandt wird; betont diesbezüglich, dass die russische Regierung das Mandat des Sonderberichterstatters für Folter im Oktober 2006 abgelehnt hat, der beabsichtigte, Gefängnisse im Nordkaukasus ohne vorherige Ankündigung zu besuchen;