5. benadrukt dat betere coördinatie en samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten van cruciaal belang is aangaande het EU-beleid betreffende klimaatverandering en ontwikk
elingssamenwerking, waarbij het wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering een unieke gelegenheid biedt tot naleving van de beginselen die ten grondslag liggen aan de Europese consensus en de Verklaring van Parijs, alsook aan het Actieprogramma van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling die 1995 in Caïro werd gehouden; is er bovendien van overtuigd dat een sleutelfunctie van het wereldwijd bondgenootschap die van “uitwisselingscentru
...[+++]m” moet zijn voor initiatieven van de lidstaten;
5. betont, dass eine bessere Koordinierung und Zusammenarbeit zwischen Kommission und Mitgliedstaaten im Rahmen der EU-Politik zum Klimawandel und zur Entwicklungszusammenarbeit eine entscheidende Rolle spielt; dass die GCCA eine einzigartige Gelegenheit darstellt, die dem „Europäischen Konsens“ und der Pariser Erklärung wie auch dem Aktionsprogramm der Internationalen Konferenz über Bevölkerung und Entwicklung 1994 in Kairo (ICPD) zugrunde liegenden Prinzipien zu verwirklichen; ist ferner überzeugt, dass eine der zentralen Aufgaben der GCCA darin bestehen muss, als Vermittlungsstelle für Initiativen der Mitgliedstaaten zu fungieren;