Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 629bis van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het de familierechtbank op absolute wijze de mogelijkheid zou ontzeggen om rekening te houden met het hogere belang van het kind en
de zaak te behouden indien het belang van het kind dat vereist en indien een vroegere beslissing ten aanzien van dat kind door
een andere rechter, waarbij een vorde ...[+++]ring werd ingesteld in de aangelegenheden bedoeld in artikel 572bis, is uitgesproken, terwijl het de familierechtbank waarbij de vordering is ingesteld overeenkomstig het in het geding zijnde artikel 629bis, § 1, toestaat de zaak in dat geval door te verwijzen.Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 629bis des Gerichtsgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, befragt, insofern dadurch dem Familiengericht auf absolute Weise die Möglichkeit entzogen werde, das übergeordnete Interesse des Kindes zu berücksichtigen und die Sache zu behalten, wenn das Interesse des Kindes es erfordere und eine vorherige Entscheidung in Bezug auf d
as Kind durch einen anderen Richter getroffen worden sei, der mit einer Klage in den Angelegenheiten im Sinne von Artikel 572bis befasst worden sei, währen
...[+++]d es dem Familiengericht, das gemäß dem fraglichen Artikel 629bis § 1 befasst worden sei, erlaubt werde, die Sache in diesem Fall zu verweisen.