Traduction de «waarbij slimme technologieën » (Néerlandais → Allemand) :

innovatiecentra voor waterzuivering in gebieden waar het momenteel ontbreekt aan een goede riolering en zuiverings- en sanitaire voorzieningen, waarbij slimme technologieën en decentrale systemen worden toegepast met een focus op alternatieve waterbronnen;
Innovationshubs der Wasserbehandlung in Regionen, in denen derzeit eine angemessene Kanalisation und angemessene Anlagen zur Behandlung und Entsorgung von Abwasser fehlen, indem intelligente Technologien und dezentralisierte Systeme mit dem Schwerpunkt auf alternativen Wasserquellen verwendet werden;

benadrukt dat er een modale overschakeling in de vervoerssector nodig is voor een duurzame regulering van mobiliteit, inclusief intermodaliteit, duurzame logistieke systemen, mobiliteitsbeheer en duurzaam stedelijk beleid dat zorgt voor een overschakeling van het vervoer op hernieuwbare energiebronnen en/of een zo laag mogelijk energieverbruik, waarbij actievere reismodellen worden aangemoedigd, oplossingen voor slimme steden worden ontwikkeld en uitgevoerd en stedelijke ecomobiliteit en aangepaste stedelijke planning worden ondersteund; verzoekt de lidstaten en de EU de modale overschakeling van passagiers en vracht van weg- en luchtvervoer op rail- en maritiem vervoer te bevorderen; verzoekt de Commissie het potentieel van trolley-technologieën voor vrachtwagens te onderzoeken.
betont, dass es der Verlagerung im Verkehrswesen bedarf, um zur Regulierung nachhaltiger Mobilität und Maßnahmen in diesem Bereich zu gelangen, wozu auch Intermodalität, nachhaltige Logistiksysteme, Mobilitätssteuerung und nachhaltige stadtpolitische Maßnahmen gehören, mit denen der Energieverbrauch im Verkehrsbereich auf erneuerbare Quellen ausgerichtet bzw. der Gesamtenergieverbrauch minimiert werden kann, wodurch Modelle für aktivere Verkehrsgestaltung gefördert, Lösungen für intelligente Städte ausgearbeitet und umgesetzt sowie umweltverträgliche Mobilität in Städten und angepasste Städteplanung unterstützt werden; fordert die Mitgliedstaaten und die EU auf, auf die Verlagerung der Fahrgast- und Frachtbeförderung vom Straßen- und Luftverkehr zum Schienen- und Seeverkehr hinzuwirken; fordert die Kommission auf, das Potenzial von Oberleitungslastwagen zu bewerten.

4. onderkent dat een betere, op solidariteit gerichte coördinatie van het energiebeleid van de lidstaten en samenwerking op Europees niveau meerwaarde heeft, evenals het creëren van efficiënte en veilige grensoverschrijdende energiesystemen, waarbij synergieën tot stand worden gebracht door beter beheer van het aanbod van en de vraag naar energie, wat wordt vergemakkelijkt door slimme technologieën op het niveau van distributiesystemen;
4. weist auf den zusätzlichen Nutzen für Europa hin, der sich aus der besseren Koordinierung der Energiepolitik und der verstärkten Zusammenarbeit der Mitgliedstaaten im Geiste der Solidarität und aus der Einrichtung von effizienten und sicheren grenzüberschreitenden Energiesystemen ergibt, wobei eine verbesserte und durch den Einsatz intelligenter Technologien auf Verteilernetzebene vereinfachte Steuerung des Angebots an und der Nachfrage nach Energie Synergien schafft;

166. benadrukt dat alle financieringsopties van de EU voor het stimuleren van veilige en duurzame koolstofarme energietechnologieën, energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, slimme netwerken, gedecentraliseerde productie, flexibele opwekking, elektrische opslag en elektrificatie van het transportsysteem volledig moeten worden verkend; verzoekt de Commissie om haar onderzoeksinspanningen en de uitrol van deze technologieën te intensiveren om haar langeretermijndoelstellingen voor 2020 en 2030 te bereiken, haar energiezekerheid te verbeteren en het economisch herstel te bevorderen; verwacht dat deze prioriteiten hun weerslag vinden in de tussentijdse herziening van het Horizon 2020-onderzoeksprogramma; herinnert eraan dat de energie-uitdaging van Horizon 2020 is bedoeld ter ondersteuning van de overgang naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem waarvan de hoofdprioriteiten onder de rubrieken energie-efficiëntie, koolstofarme technologieën en slimme steden en gemeenschappen staan; herinnert eraan dat ten minste 85 % van de energie-uitdaging in de begroting van Horizon 2020 besteed moet worden aan niet-fossiele brandstoffen, waarbij ten minste 15 % van de algehele begroting voor de energie-uitdaging wordt besteed aan activiteiten op het gebied van de marktpenetratie van technologieën voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie;
166. betont, dass unter diesem Aspekt sämtliche Finanzierungsoptionen der Union für die Stimulierung von unbedenklichen und nachhaltigen Energietechnologien mit geringen CO2 -Emissionen, von Energieeffizienz, erneuerbaren Energiequellen, intelligenten Netzen, dezentralisierter Erzeugung, flexibler Erzeugung, Stromspeicherung und Elektrifizierung des Verkehrssystems, in vollem Umfang genutzt werden müssen; fordert die Kommission auf, ihre Forschungsanstrengungen in Bezug auf solche Technologien und deren Einführung zu intensivieren, um ihre für 2020, 2030 und darüber hinaus gesetzten Ziele zu erreichen und die wirtschaftliche Erholung zu begünstigen; erwartet, dass diesen Prioritäten im Rahmen der Halbzeitbewertung des Forschungsprogramms Horizont 2020 Rechnung getragen wird; weist darauf hin, dass die Herausforderung „Energie“ im Rahmen von Horizont 2020 den Übergang zu einem zuverlässigen, nachhaltigen und wettbewerbsfähigen Energiesystem unterstützen soll, dessen Kernprioritäten bei Energieeffizienz, CO2 -armen Technologien und intelligenten Städten und Gemeinden liegen; weist darauf hin, dass mindestens 85 % der im Etat von Horizont 2020 für die Herausforderung „Energie“ verfügbaren Mittel in Bereichen außer fossilen Brennstoffen ausgegeben werden sollen, wobei mindestens 15 % der Gesamtmittel der Herausforderung „Energie“ für Markteinführungsmaßnahmen zugunsten von Technologien für erneuerbare Energiequellen und Energieeffizienz einzusetzen sind;

163. benadrukt dat alle financieringsopties van de EU voor het stimuleren van veilige en duurzame koolstofarme energietechnologieën, energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, slimme netwerken, gedecentraliseerde productie, flexibele opwekking, elektrische opslag en elektrificatie van het transportsysteem volledig moeten worden verkend; verzoekt de Commissie om haar onderzoeksinspanningen en de uitrol van deze technologieën te intensiveren om haar langeretermijndoelstellingen voor 2020 en 2030 te bereiken, haar energiezekerheid te verbeteren en het economisch herstel te bevorderen; verwacht dat deze prioriteiten hun weerslag vinden in de tussentijdse herziening van het Horizon 2020-onderzoeksprogramma; herinnert eraan dat de energie-uitdaging van Horizon 2020 is bedoeld ter ondersteuning van de overgang naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem waarvan de hoofdprioriteiten onder de rubrieken energie-efficiëntie, koolstofarme technologieën en slimme steden en gemeenschappen staan; herinnert eraan dat ten minste 85 % van de energie-uitdaging in de begroting van Horizon 2020 besteed moet worden aan niet-fossiele brandstoffen, waarbij ten minste 15 % van de algehele begroting voor de energie-uitdaging wordt besteed aan activiteiten op het gebied van de marktpenetratie van technologieën voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie;
163. betont, dass unter diesem Aspekt sämtliche Finanzierungsoptionen der Union für die Stimulierung von unbedenklichen und nachhaltigen Energietechnologien mit geringen CO2-Emissionen, von Energieeffizienz, erneuerbaren Energiequellen, intelligenten Netzen, dezentralisierter Erzeugung, flexibler Erzeugung, Stromspeicherung und Elektrifizierung des Verkehrssystems, in vollem Umfang genutzt werden müssen; fordert die Kommission auf, ihre Forschungsanstrengungen in Bezug auf solche Technologien und deren Einführung zu intensivieren, um ihre für 2020, 2030 und darüber hinaus gesetzten Ziele zu erreichen und die wirtschaftliche Erholung zu begünstigen; erwartet, dass diesen Prioritäten im Rahmen der Halbzeitbewertung des Forschungsprogramms Horizont 2020 Rechnung getragen wird; weist darauf hin, dass die Herausforderung „Energie“ im Rahmen von Horizont 2020 den Übergang zu einem zuverlässigen, nachhaltigen und wettbewerbsfähigen Energiesystem unterstützen soll, dessen Kernprioritäten bei Energieeffizienz, CO2-armen Technologien und intelligenten Städten und Gemeinden liegen; weist darauf hin, dass mindestens 85 % der im Etat von Horizont 2020 für die Herausforderung „Energie“ verfügbaren Mittel in Bereichen außer fossilen Brennstoffen ausgegeben werden sollen, wobei mindestens 15 % der Gesamtmittel der Herausforderung „Energie“ für Markteinführungsmaßnahmen zugunsten von Technologien für erneuerbare Energiequellen und Energieeffizienz einzusetzen sind;

75. onderstreept dat de ontwikkeling van duurzaam en verantwoord toerisme belangrijk is, waarbij het begrip "slimme bestemming" bij de ontwikkeling van de bestemming centraal moet staan, en waarbij de aspecten duurzaamheid, belevenissentoerisme en een juist gebruik van natuurlijke rijkdommen samengaan met nieuwe technologieën, inclusief het aspect van fysieke en digitale toegankelijkheid; is ervan overtuigd dat informatienetwerken over projecten voor natuur- en milieusparend toerisme goede mogelijkheden bieden voor steun aan de kmo's, lokale duurzame ontwikkeling, duurzame werkgelegenheid en een stabiele economie;
75. betont, wie wichtig es ist, die Entwicklung eines nachhaltigen, verantwortungsbewussten unzugänglichen Fremdenverkehrs sicherzustellen, in dem das Konzept der „smart destination“ (intelligentes Reiseziel) eine zentrale Rolle bei der Entwicklung von Reisezielen spielen sollte und in dem die Aspekte Nachhaltigkeit, experimentelles Reisen, die angemessene Nutzung natürlicher Ressourcen zusammen mit den neuen Technologien, einschließlich der Aspekte der Beseitigung physischer und informationstechnischer Barrieren, kombiniert werden sollten; ist davon überzeugt, dass Informationsnetzwerke über Projekte im Bereich des sanften Tourismus gute Möglichkeiten für die Unterstützung von KMU, lokaler nachhaltiger Entwicklung sowie nachhaltigen Arbeitsplätzen und stabilen Volkswirtschaften bieten;

9. dringt aan op meer overheids- en particuliere investeringen in onderzoek en technologieën gericht op de ontwikkeling van duurzame kunststoffen (waarbij minder grondstoffen worden verbruikt, maar waarbij de kwaliteit, herbruikbaarheid en recycleerbaarheid hetzelfde blijven) en een betere benutting van de verschillende soorten kunststof in productie- en verwerkingsprocessen, zonder dat aan de kwaliteit van producten afbreuk wordt gedaan; is van mening dat er ook behoefte bestaat aan nieuwe, geavanceerde technologieën op het gebied van de verwerking van kunststoffen tot compost, methoden voor afvalscheiding, verwerking en mechanische recycling, terugwinning van kunststoffen uit oceanen, ecodesign en slimme verpakkingen; is van oordeel dat aan deze belangrijke maatschappelijke behoeften tegemoetgekomen zou kunnen worden door middel van Horizon 2020, en dat de positieve effecten voor zowel het milieu als de burgers verstrekkend zouden kunnen zijn, variërend van de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten (zoals hoogwaardige afvalscheiding door middel van menselijke arbeid) tot het terugdringen van mariene vervuiling en het verminderen van gezondheidsrisico's; wijst erop dat dit met name jongeren een kans kan bieden om op een nieuw werkterrein actief te zijn en op de arbeidsmarkt te integreren; wijst erop dat de volledige uitvoering van de EU-afvalwetgeving jaarlijks een besparing van 72 miljard euro zou kunnen opleveren, de jaarlijkse omzet van de afvalbeheer- en recyclingsector in de EU met 42 miljard euro zou kunnen verhogen en tegen 2020 ruim 400 000 banen zou kunnen creëren; benadrukt dat ook andere EU-fondsen een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van een inzamelings- en recyclinginfrastructuur kunnen leveren, als ze worden ingezet in overeenstemming met de afvalhiërarchie van de kaderrichtlijn afvalstoffen;
9. fordert mehr öffentliche und private Investitionen in Forschung und Technologien, die auf die Verfügbarmachung nachhaltigerer Kunststoffe (d. h. durch den geringeren Verbrauch von Rohstoffen bei gleichzeitiger Aufrechterhaltung derselben Qualität, Wiederverwendbarkeit und Recyclingfähigkeit) und eine bessere Integration verschiedener Kunststoffarten in Produktionsprozesse und Wiederaufbereitungstätigkeiten ohne Beeinträchtigung der Materialqualität abzielen; vertritt die Auffassung, dass auch für Verbesserungen bei biologischen Kunststoffabbauprozessen, Abfallsortiermethoden, Behandlungen und mechanischem Recycling, der Verwertung von Kunststoffen aus den Ozeanen, Ökodesign und intelligenter Verpackung neue Technologien notwendig sind; ist der Ansicht, dass das Programm Horizont 2020 entsprechende Möglichkeiten bieten könnte, um sich dieser wichtigen gesellschaftlichen Notwendigkeit zu stellen, und dass die Vorteile sowohl für die Umwelt als auch für die Bürgerinnen und Bürger weitreichend wären, von der Schaffung neuer Wirtschaftstätigkeiten (z. B. anspruchsvolle Abfallsortierung durch menschliche Arbeitskraft) bis hin zur Reduzierung von Abfällen im Meer und gesundheitlichen Risiken; betont, dass sich dadurch insbesondere jungen Menschen die Chance bieten kann, in neuen Betätigungsfeldern zu wirken und auf diese Weise in den Arbeitsmarkt integriert zu werden; weist darauf hin, dass sich bei vollständiger Umsetzung des EU-Abfallrechts jährlich 72 Mrd. EUR einsparen, der Jahresumsatz der Abfall- und Recyclingbranche in der EU um 42 Mrd. EUR steigern und bis 2020 über 400 000 Arbeitsplätze schaffen ließen; betont, dass auch im Rahmen anderer EU-Fonds ein wichtiger Beitrag zum Aufbau einer Sammlungs- und Recyclinginfrastruktur geleistet werden kann, wenn sie konsequent im Einklang mit der Abfallhierarchie der Abfallrahmenrichtlinie eingesetzt werden;