De verwijzende rechtscolleges vragen het Hof of de artikelen 189, 193 tot 197, 222, 263 en 267 en volgende van de algemene wet inzake douane en accijnzen (hierna : A.W.D.A) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat de strafvordering en de strafrechtspleging inzake douane en accijnzen, in vergelijking met de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen niet dezelfde waarborgen bieden aan de verdachte.
Die verweisenden Rechtsprechungsorgane befragen den Hof darüber, ob die Artikel 189, 193 bis 197, 222, 263 und 267 ff. des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes (weiter unten AZAG genannt) gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen, indem die Strafverfolgung und das Strafverfahren in bezug auf Zoll und Akzisen dem Angeschuldigten nicht die gleichen Garantien bieten wie die Strafverfolgung und das Strafverfahren im allgemeinen.