26. herinnert eraan dat op grond van de richtlijn inzake terugkeer, de lidsta
ten de verplichting hebben om in bewaring gestelde onderdanen van derde l
anden „op humane en waardige wijze” te behandelen met volledige eerbiediging van hun grondrechten; betreurt de be
richten over geweld tegen vrouwen
in detentiecentra; verzoekt de lidsta ...[+++]ten dan ook om elke klacht over lichamelijk misbruik van gedetineerden te onderzoeken;
26. weist darauf hin, dass die Mitgliedstaaten gemäß der Rückführungsrichtlinie dazu verpflichtet sind, in Haft genommenen Drittstaatsangehörigen eine menschenwürdige Behandlung unter uneingeschränkter Achtung ihrer grundlegenden Menschenrechte zu gewähren; bedauert, dass von Gewalt gegen Frauen in Haftanstalten berichtet wurde; fordert die Mitgliedstaaten daher auf, sämtlichen Hinweisen auf körperlichen Missbrauch gegenüber Häftlingen nachzugehen;