Mijnheer de Voorzitter, in dit document heeft de strijd tegen de armoede overigens een vooraanstaande plaats gekregen. Ik wil eraan herinneren dat, zoals dit Parlement al heeft gezegd, armoede beschouwd moet worden als een schending van de mensenrechten, aangezien het een aanslag is op de waardigheid van de mens en verhindert dat andere fundamentele mensenrechten worden uitgeoefend.
Herr Präsident, die Bekämpfung der Armut wird in diesem Dokument als Priorität behandelt, und ich möchte darauf hinweisen, dass die Armut, wie dieses Parlament schon festgestellt hat, als Verstoß gegen die Menschenrechte betrachtet werden sollte, da sie die Menschenwürde verletzt und den Menschen andere Grundrechte versagt.