Het bestreden artikel 3, § 4, dat enkel betrekking heeft op de aanvullende vormingen, bepaalt dat de duur van een aanvullende vorming die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de overeenkomstige rendementsperiode, begint op de eerste dag van de maand waarin die vorming start en eindigt de eerste dag van de maand waarin die vorming eindigt.
Der angefochtene Artikel 3 § 4, der sich lediglich auf die ergänzenden Ausbildungen bezieht, besagt, dass die für die Berechnung der entsprechenden Leistungsperiode berücksichtigte Dauer einer ergänzenden Ausbildung am ersten Tag des Monats, in dem diese Ausbildung in Angriff genommen wird, beginnt und am ersten Tag des Monats, in dem diese Ausbildung abgeschlossen wird, endet.