a) in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen geen bepalingen op te nemen inzake vrachtverdeling, tenzij in die uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaartmaatschappijen van de betrokken partij anders geen reële kans zouden krijgen om aan het vervoer van en naar het betrokken derde land deel te nemen.
a) nehmen die Vertragsparteien in künftige bilaterale Abkommen mit Drittländern keine Ladungsanteilvereinbarungen auf, wenn nicht der Ausnahmefall vorliegt, dass Linienreedereien der betreffenden Vertragspartei sonst keinen tatsächlichen Zugang zum Verkehr von und nach dem betreffenden Drittland hätten.