De verzoekende partijen zijn van oordeel dat de derde vraag delicaat is en lijkt te moeten worden geanalyseerd uitgaande van de interpretatie die dient te worden gegeven aan artikel 13 van de wet van 24 december 1999 waarin het mechanisme wordt beschreven dat het reeds geciteerde artikel 191, eerste lid, 15°ter, in werking stelt.
Die klagenden Parteien erklären, die dritte Frage sei heikel und anscheinend auf der Grundlage der Auslegung von Artikel 13 des Gesetzes vom 24. Dezember 1999 zu analysieren, der den Mechanismus zur Inkraftsetzung des bereits erwähnten Artikels 191 Absatz 1 Nr. 15ter beschreibe.