Een voorbeeld van onduidelijk taalgebruik is te vinden in artikel 19, lid 1, letter h), waarin het ongedefinieerde begrip "aan regelgeving (...) onderworpen met het oog op de bescherming van beleggers en spaargelden" wordt gehanteerd.
Ein Beispiel für diese unklare Formulierung ist Artikel 19 Absatz 1 Buchstabe h, der den undefinierten Begriff „Vorschriften über den Einlagen- und den Anlegerschutz“ enthält.