16. is van mening dat het Parlement, gezien de fin
anciële beperkingen waarmee het momenteel wordt geconfronteerd, zich het recht moet voorbehouden zich te bezinnen op zijn standpunt omtrent de limiet van 20% van de uitgaven uit hoofde van rubriek 5 die het zichzelf heeft opgelegd; merkt eens te meer
op dat de door hem opgemaakte ramingen de reële financiële behoeften moeten weerspiegelen teneinde te kunne
n waarborgen dat de instellingen ...[+++] adequaat en effectief functioneren;
16. vertritt die Auffassung, dass das Parlament sich angesichts der derzeitigen Finanzzwänge seinen Standpunkt betreffend die selbst auferlegte Obergrenze von 20% der Ausgaben in Rubrik 5 vorbehalten sollte; bekräftigt, dass sein Vorschlag den tatsächlichen Finanzbedarf widerspiegeln sollte, um eine angemessene und effiziente Funktionsweise der Institutionen sicherzustellen;