Traduction de «waarmee tegelijkertijd steun » (Néerlandais → Allemand) :

is van mening dat de capaciteit van de Europese Unie voor het voorkómen van, reageren op, beheersen van en oplossen van crises onvoldoende is gebleken en verzoekt de Raad, na zijn eerdere aanbevelingen aangaande de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps, de civiele aspecten van het Europees veiligheids- en defensiebeleid geleidelijk om te vormen tot een „civiele vredesdienst” voor de beheersing van kortstondige civiele crises en langdurige vredesopbouw; is van mening dat de Europese Unie in dit kader netwerken van het maatschappelijk middenveld moet versterken die op subnationaal, nationaal en regionaal niveau in het veld zijn opgezet, teneinde vertrouwen, capaciteitsopbouw, monitoring en bewustmaking te bevorderen, waarmee tegelijkertijd steun wordt verleend aan de institutionalisering van de participatie van het maatschappelijk middenveld in regionale en subregionale vredes- en veiligheidsstructuren;
ist der Meinung, dass die Fähigkeit der Europäischen Union, Krisen zu verhindern, auf sie zu reagieren, sie zu bewältigen und zu lösen sich als unzureichend erwiesen hat, und fordert den Rat auf, im Anschluss an seine früheren Empfehlungen zur Schaffung eines Europäischen Zivilen Friedenskorps die zivilen Aspekte der Europäischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik schrittweise in einen„Zivilen Friedensdienst“ für die kurzfristige zivile Krisenbewältigung und den längerfristigen Friedensaufbau umzuformen; ist der Auffassung, dass die Europäische Union in diesem Rahmen die Netzwerke der Zivilgesellschaft vor Ort - auf subnationaler, nationaler und regionaler Ebene - stärken sollte, um Vertrauensbildung, Kapazitätsaufbau, Überwachung und Sensibilisierung zu fördern und dadurch die Institutionalisierung der Teilnahme der Zivilgesellschaft an regionalen und subregionalen Friedens- und Sicherheitsstrukturen zu unterstützen;

17. is van mening dat de capaciteit van de Europese Unie voor het voorkómen van, reageren op, beheersen van en oplossen van crises onvoldoende is gebleken en verzoekt de Raad, na zijn eerdere aanbevelingen aangaande de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps, de civiele aspecten van het Europees veiligheids- en defensiebeleid geleidelijk om te vormen tot een "civiele vredesdienst" voor de beheersing van kortstondige civiele crises en langdurige vredesopbouw; is van mening dat de Europese Unie in dit kader netwerken van het maatschappelijk middenveld moet versterken die op subnationaal, nationaal en regionaal niveau in het veld zijn opgezet, teneinde vertrouwen, capaciteitsopbouw, monitoring en bewustmaking te bevorderen, waarmee tegelijkertijd steun wordt verleend aan de institutionalisering van de participatie van het maatschappelijk middenveld in regionale en subregionale vredes- en veiligheidsstructuren;
17. ist der Meinung, dass die Fähigkeit der Europäischen Union, Krisen zu verhindern, auf sie zu reagieren, sie zu bewältigen und zu lösen sich als unzureichend erwiesen hat, und fordert den Rat auf, im Anschluss an seine früheren Empfehlungen zur Schaffung eines Europäischen Zivilen Friedenskorps die zivilen Aspekte der Europäischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik schrittweise in einen "Zivilen Friedensdienst" für die kurzfristige zivile Krisenbewältigung und den längerfristigen Friedensaufbau umzuformen; ist der Auffassung, dass die Europäische Union in diesem Rahmen die Netzwerke der Zivilgesellschaft vor Ort – auf subnationaler, nationaler und regionaler Ebene – stärken sollte, um Vertrauensbildung, Kapazitätsaufbau, Überwachung und Sensibilisierung zu fördern und dadurch die Institutionalisierung der Teilnahme der Zivilgesellschaft an regionalen und subregionalen Friedens- und Sicherheitsstrukturen zu unterstützen;

17. is van mening dat de capaciteit van de Europese Unie voor het voorkómen van, reageren op, beheersen van en oplossen van crises onvoldoende is gebleken en verzoekt de Raad, na zijn eerdere aanbevelingen aangaande de oprichting van een Europees Civiel Vredeskorps, de civiele aspecten van het Europees veiligheids- en defensiebeleid geleidelijk om te vormen tot een “civiele vredesdienst” voor de beheersing van kortstondige civiele crises en langdurige vredesopbouw; is van mening dat de Europese Unie in dit kader netwerken van het maatschappelijk middenveld moet versterken die op subnationaal, nationaal en regionaal niveau in het veld zijn opgezet, teneinde vertrouwen, capaciteitsopbouw, monitoring en bewustmaking te bevorderen, waarmee tegelijkertijd steun wordt verleend voor de institutionalisering van de participatie van het maatschappelijk middenveld in regionale en subregionale vredes- en veiligheidsstructuren;
17. ist der Meinung, dass die Fähigkeit der Europäischen Union, Krisen zu verhindern, auf sie zu reagieren, sie zu bewältigen und zu lösen sich als unzureichend erwiesen hat, und fordert den Rat auf, im Anschluss an seine früheren Empfehlungen zur Schaffung eines Europäischen Zivilen Friedenskorps die zivilen Aspekte der Europäischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik schrittweise in einen „Zivilen Friedensdienst” für die kurzfristige zivile Krisenbewältigung und den längerfristigen Friedensaufbau umzuformen; ist der Auffassung, dass die Europäische Union in diesem Rahmen die Netzwerke der Zivilgesellschaft vor Ort – auf subnationaler, nationaler und regionaler Ebene – stärken sollte, um Vertrauensbildung, Kapazitätsaufbau, Überwachung und Sensibilisierung zu fördern und dadurch die Institutionalisierung der Teilnahme der Zivilgesellschaft an regionalen und subregionalen Friedens- und Sicherheitsstrukturen zu unterstützen;

De Commissie zal een formule moeten vinden waarmee het overheidssteunbeleid zal kunnen bijdragen aan de economische en sociale cohesie op Europees niveau, waarmee er meer flexibiliteit voor beleid dat bevorderlijk is voor de concurrentiekracht ontstaat, en waarmee tegelijkertijd de totale hoeveelheid steun kan worden teruggebracht.
Die Kommission wird eine Formel finden müssen, die es ermöglicht, dass staatliche Beihilfemaßnahmen zum wirtschaftlichen und sozialen Zusammenhalt auf europäischer Ebene beitragen und wettbewerbsorientierte Politiken flexibler eingesetzt werden können, während das Gesamtvolumen der Beihilfen gleichzeitig reduziert wird.