Onder verwijzing naar zijn verklaring van 15 mei 2006 wil de Raad in het bijzonder attenderen op de aanhoudende schendingen van de vrijheid van meningsuiting en van vereniging. Een voorbeeld daarvan is de gewelddadige verstoring van een vreedzame demonstratie op 12 juni, waarmee werd bepleit een einde te maken aan de wettelijke discriminatie van vrouwen.
Unter Bezugnahme auf seine Erklärung vom 15. Mai 2006 weist der Rat insbesondere auf die anhaltenden Verletzungen der Meinungs- und der Vereinigungsfreiheit hin, wie etwa bei der gewaltsamen Auflösung einer friedlichen Demonstration am 12. Juni, deren Teilnehmer eine Beendigung der rechtlichen Diskriminierung von Frauen forderten.