Deze verschillende bosmilieus vormen het geheel of een gedeelte van de habitat van verschillende soorten vleermuizen en vogels, waaronder middelste bonte spechten en zwarte spechten. Aan de rand van de beboste gebieden en in een voormalige steengroeve worden enkele open milieus met een gemeenschappelijk belang waargenomen, waaronder de meest opmerkelijke ervan, namelijk een kalkminnend grasland, een schrale maaiwei, hellingen en puinhellingen, daar deze rotsmilieus geschikt zijn voor de habitat van de oehoe.
Im Randbereich der Waldgebiete und in einem früheren Steinbruch kommen einige offene Lebensräume von gemeinschaftlichem Interesse vor, von denen ein Kalkrasen, eine magere Mähwiese, Felswände und Schutthalden die bemerkenswertesten sind; diese felsigen Standorte begünstigen die Ansiedlung des Uhus.