5. herhaalt de noodzaak van naleving van het beginsel van voedselsoevereiniteit: elk land moet het recht hebben vrijelijk keuzes te maken betreffende de manier waarop het zich met voedsel wil bevoorraden, overeenkomstig het algemeen nationaal of regionaal belang, zonder de markten van andere landen te verstoren;
5. bekräftigt die Notwendigkeit, das Prinzip der Nahrungsmittelsouveränität einzuhalten; jedes Land muss das Recht haben, die Art und Weise seiner Versorgung mit Lebensmitteln, die es in Übereinstimmung mit dem nationalen oder regionalen allgemeinen Interesse wünscht, ohne die Märkte der übrigen Länder zu stören, frei zu wählen;