Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen
of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre de werknemer die wordt ontslagen tijdens de periode waarin hij zijn arbeids
prestaties volledig heeft stopgezet als gevolg van ziekte, recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de voltijdse betrekking die hij uitoefende vóór de volledige schorsing van zijn arbeidsovereenkomst, terwijl de arbeidsongeschikte werknemer die met toestemming
...[+++] van de adviserend geneesheer van zijn ziekenfonds het werk gedeeltelijk hervat, slechts recht zou hebben op een opzeggingsvergoeding waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van het lopende loon waarop hij recht heeft voor zijn verminderde arbeidsprestaties en dit terwijl hij vanwege zijn gezondheidstoestand de keuze niet heeft al dan niet voltijds zijn arbeid te hervatten.Das vorlegende Rechtsprechungsorgan möchte vom Hof vernehmen, ob die fragliche Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern ein Arbeitnehmer, dem während der Zeit, in der er seine Arbeitsleistungen wegen Krankheit vollständig eingestellt habe, gekündigt werde, Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung habe, die auf der Grundlage de
r Entlohnung berechnet werde, die der Vollzeitbeschäftigung entspreche, die er vor der vollständigen Aussetzung seines Arbeitsvertrags ausgeübt habe, während ein arbeitsunfähiger Arbeitnehmer, der mit Zustimmung des Vertrauensarztes seiner Krankenkasse seine Arbeit teilweise wieder
...[+++] aufnehme, nur Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung habe, deren Höhe auf der Grundlage der laufenden Entlohnung berechnet werde, die ihm für seine verkürzten Arbeitsleistungen zustehe, während er wegen seines Gesundheitszustandes nicht die Wahl habe, seine Arbeit gegebenenfalls vollzeitig wieder aufzunehmen.