De vordering tot teruggave verjaart hoe dan ook 30 jaar na de datum waarop het cultuurgoed op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van de verzoekende lidstaat is gebracht, uitgezonderd in het geval van goederen die deel uitmaken van openbare verzamelingen en kerkelijke goederen waarvan de termijn afhangt van de nationale wetgeving of bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten.
Der Rückgabeanspruch verjährt in jedem Fall innerhalb einer Frist von 30 Jahren ab dem Zeitpunkt, zu dem das Kulturgut unrechtmäßig aus dem des ersuchenden Mitgliedstaats verbracht wurde; bei Kulturgütern, die Bestandteil öffentlicher Sammlungen sind oder zum Inventar kirchlicher Einrichtungen zählen hängt die Frist jedoch von den nationalen Gesetzen oder bilateralen Abkommen zwischen den Mitgliedstaaten ab.