Lid 3 bepaalt dat indien bij de nationale rechterlijke instantie een vordering anders dan bedoeld in artikel 30 van deze verordening is ingediend, maar waarvoor het resultaat van een vordering bij het communautaire gerecht niettemin van belang is, de nationale instantie de procedure opschort.
Absatz 3 soll gewährleisten, daß das nationale Gericht das Verfahren aussetzt, wenn es mit einer nicht unter Artikel 30 fallenden Klage befaßt ist, es jedoch für wichtig erachtet, die Entscheidung über eine Klage vor dem gemeinschaftlichen Rechtsprechungsorgan abzuwarten.