1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3, lid 1 en, met inachtneming van het bepaalde in de leden 2, 3 en 4, kan worden toegestaan dat op vaartuigen die in het bezit zijn van een speciaal visdocument haaienvinnen aan boord worden afgesneden en dat dergelijke vaartuigen haaienvinnen aan boord houden, overladen of aanlanden.
(1) Abweichend von Artikel 3 Absatz 1 und nach Maßgabe der Absätze 2, 3 und 4 dürfen Schiffe, die im Besitz einer gültigen speziellen Fangerlaubnis sind, Haifischflossen an Bord abtrennen, mitführen, umladen oder anlanden.