Het verwijzende rechtscollege vraagt aan het Hof of de artikelen 11, § 3, 2°, en 44, § 2, juncto artikel 5,
§ 4, 2°, b), van de Wapenwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat voor de toekenning van vergunningen tot het voorhanden hebben van vuurwapens een onderscheid wordt gemaakt tussen, enerzijds, personen die veroordeeld zijn wegens één van de misdrijven van het Strafwetboek die zijn opgenomen in artikel 5, § 4, 2°, b), en, anderzijds, personen die veroordeeld zijn wegen
s andere misdrijven vermeld in het Strafwetboek ...[+++].