Lidstaten, derde landen of natuurlijke of rechtspersonen met een legitiem belang die gevestigd of woonachtig zijn in een andere lidstaat dan die waar de bescherming is aangevraagd, of in een derde land, kunnen gedurende uiterlijk zes maanden na de in artikel 32, lid 3, eerste alinea, bedoelde bekendmaking bezwaar tegen de voorgestelde bescherming aantekenen door een met redenen omklede verklaring bij de Commissie in te dienen.
Innerhalb von sechs Monaten ab der Veröffentlichung gemäß Artikel 32 Absatz 3 Unterabsatz 1 kann jeder Mitgliedstaat oder jedes Drittland oder jede natürliche oder juristische Person mit einem berechtigten Interesse, die in einem anderen als dem Antrag stellenden Mitgliedstaat oder in einem Drittland niedergelassen oder ansässig ist, Einspruch gegen den beabsichtigten Schutz einlegen, indem bei der Kommission eine ordnungsgemäß begründete Erklärung eingereicht wird.