Het vierde middel in de zaak nr. 3188 is afgeleid uit de schending van de artikelen 22 en 23 van de Grondwet, in zoverre artikel 1bis, § 3, tweede lid, van de wet van 18 juli 1973 de geluidsdrempels bepaalt, die zi
jn berekend in L en vastgesteld op 56 dB, 61 dB en 66 dB voor de zones D', C' en B' van het P.B.G., terwijl de drempels die van toepassing zijn op de zones D, C en B van het vroegere P.B.G (of van h
et bestaande O.L.T) waren (of zijn) vastgesteld op
respectievelijk 55 dB, 60 dB, 66 dB ...[+++] en 70 dB, berekend in Ldn (of in L).
Der vierte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 3188 ist abgeleitet aus einem Verstoss gegen die Artikel 22 und 23 der Verfassung, insofern Artikel 1bis § 3 Absatz 2 des Gesetzes vom 18. Juli 1973 Lärmschwellen festlege, die nach L berechnet und auf 56 dB, 61 dB und 66 dB für die Zonen D', C' und B' des L.B.P. festgesetzt worden seien, während die für die Zonen D, C und B des ehemaligen L.B.P (oder des heutigen L.E.P) geltenden Schwellen auf 55 dB, 60 dB, 66 dB und 70 dB, berechnet in Ldn (oder in L), festgesetzt waren (oder sind).