6. benadrukt dat de gevolgen van natuurrampen niet beperkt blijven tot een gebied binnen de juridische of bestuurlijke grenzen van de regio's en de lidstaten en dat het in kaart brengen van de risico's bijgevolg gekoppeld moet zijn aan de invoering van brede territoriale samenwerkingsverbanden, op basis van een functionele grondslag die losstaat van die grenzen, met name op het niveau van macrogebieden, om een grotere effectiviteit te bereiken bij de bestrijding van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, zowel wat betreft preventie als interventie;
6. unterstreicht, dass die Folgen von Naturkatastrophen sich nicht an die juristischen und administrativen Grenzen von Regionen und Mitgliedstaaten halten und die Risikokartierung demzufolge von breitgefächerten, von diesen Grenzen unabhängigen Mechanismen der territorialen Zusammenarbeit, die auf der Ebene der Großregion greifen, begleitet sein muss, damit Naturkatastrophen und/oder von Menschen verursachten Katastrophen sowohl im Hinblick auf die Prävention als auch im konkreten Interventionsfall wirksamer begegnet werden kann;